ma di wo do vr za zo
1
 
2
 
3
 
4
 
5
 
6
 
7
 
8
 
9
 
10
 
11
 
12
 
13
 
14
 
15
 
16
 
17
 
18
 
19
 
20
 
21
 
22
 
23
 
24
 
25
 
26
 
27
 
28
 
29
 
30
 
 
 
 
 
 

Dido & Aeneas

theater
muziek
02—05.09.2006

Jan Decorte regisseert zijn eerste opera, minimaal, abstract en authentiek


‘Wat je nodig hebt is gewoon: mensen die schoon zingen en schoon spelen’


Dido and Aeneas is vandaag wellicht een van de bekendste werken van Henry Purcell. Het ontstond in een periode waarin het operagenre, dat reeds volop bloeide in Italië, in Engeland nog lang niet ingeburgerd was. De combinatie van theater, muziek en dans had zich aan het Engelse hof al wel ontwikkeld in de vorm van de ‘masques’, een soort van feestelijke theatrale en dansante muziekspektakels. Daarnaast kende men in Engeland ook een vorm van semi-opera: theater doorspekt met muzikale passages en dansintermezzi. Dido and Aeneas wordt Purcells enige échte opera genoemd omdat de muzikale structuur de gehele dramatische handeling omvat en ook omdat de hoofdfiguren uitsluitend al zingend het woord nemen. Muzikaal gezien brengt Purcell in dit compacte meesterwerk een scala aan muzikale stijlen en invloeden samen tot een hechte eenheid. In de aria’s en de recitatieven hoort men echo’s van de Italiaanse operamuziek, terwijl in de koorpassages dan weer zeer volkse melodieën doorklinken.


De keuze van Jan Decorte voor dit werk van Purcell heeft in de eerste plaats te maken met het feit dat de barokopera aan de wieg staat van de hele latere operatraditie. Zoals de jeugdwerken van een bepaald auteur meestal al zijn latere thema’s en zijn hele vocabularium in hun meest frisse en krachtige vorm bevatten, zo ook bevat de barokopera de kern en de primaire kracht van het zich daarna sterk ontwikkelende operagenre.


Dido and Aeneas vertelt het verhaal van het kortstondige bezoek dat de Trojaanse held Aeneas op zijn zwerftocht brengt aan Carthago en aan Dido, de koningin van deze Noord-Afrikaanse stad. Zij worden verliefd op elkaar en Aeneas die van Jupiter opdracht kreeg in Italië een stad – het nieuwe Troje, het latere Rome – te stichten, besluit in Carthago te blijven. Een tovenares, vijandin van Dido, stuurt echter een geest in de valse gedaante van de god-boodschapper Mercurius op Aeneas af. Die geest maant hem aan Carthago ter stond te verlaten om zijn opdracht te volbrengen. Aeneas vertrekt en laat Dido ontroostbaar achter. Zij sterft van verdriet. Het libretto is kort, het verhaal tot zijn essentie herleid: hij komt, ze worden verliefd, hij gaat weg, zij sterft. De tragische ontwikkeling wordt echter door dansen en komische intermezzi onderbroken.


In zijn enscenering streeft Jan Decorte dezelfde eenvoud en abstractie na die Purcell in zijn muziek wist te bereiken.


Jan Decorte: ‘De vertelling in Dido and Aeneas is heel eenvoudig, maar de personages zingen wel altijd het tegengestelde van wat ze voelen. Purcell kiest voor een grote verstaanbaarheid, een letterlijkheid en tegelijkertijd voor een grote ambiguïteit. Het gaat altijd over dat waarover het niet gaat. Die dubbelheid zit ook in de muziek en die wil ik behouden. Ik beweer dat je voor opera eigenlijk geen “grote middelen” nodig hebt. Je kan het hele gebeuren op een simpele en abstracte manier duiden als je maar in die abstractie gelooft en daar dan ook in doorgaat. Binnen de operaliteratuur is de barokopera voor mij het toppunt van abstractie, zowel wat het libretto als wat de muziek betreft. Ik wil iets heel simpels maken en erop vertrouwen dat de mensen die abstracte taal van dans en muziek begrijpen. Wat je nodig hebt is gewoon: mensen die schoon zingen en schoon spelen. Normaal verwacht men van een opera amusement en vooral pracht en praal. Met mijn aanpak van de eenvoud wil ik eigenlijk reageren tegen alle opera die ik totnogtoe gezien heb.’


De zangers zullen dan ook centraal staan in deze voorstelling: hun zingen zal niet statisch zijn maar uitsluitend begeleid worden door een gestiek die noodzakelijk is en die zich richt naar het metrum en het ritme van de muziek. De cast zal bestaan uit: Dido, haar vertrouwelinge Belinda, een tweede vrouw, Aeneas, de tovenares en de heksen. Daarnaast worden op voorstel van dirigent Richard Egarr de partijen van de tovenares en van de geest door een zelfde zanger gezongen: het verschil man/vrouw wordt duidelijk gemaakt doordat de zanger de partij van de geest met een falsetstem zal zingen. Wat de zeelieden betreft wordt een beroep gedaan op enkele leden van het zeventien mannen en vrouwen sterke koor.


Jan Decorte: ‘Bovendien is er een speciale rol weggelegd voor Sigrid Vinks als een soort Cupido en een soort ceremoniemeester-van-de-bewegingen. Zij zet de zangers – die de hele tijd op de scène aanwezig blijven – letterlijk op hun plaats.’


Het decor van Johan Daenen stelt de dwarsdoorsnede van een gouden kamer voor; de verschillende locatiewissels worden aangegeven door zetstukken en pancartes. Het orkest bevindt zich op de scène. Jan Decorte: ‘Het zal allemaal heel concreet, minimaal en duidelijk zijn, want eigenlijk wordt alles door de muziek verteld. Het moet wat mij betreft een chique, verheven avond worden van een hoofse klasse. Minimaal, abstract én authentiek.’







Uitgelezen equipe realiseert Purcells enige échte opera

Regisseur, auteur en acteur Jan Decorte ensceneert zijn eerste opera en realiseert daarmee een lang gekoesterde wens. Zijn keuze viel op de korte en enige échte opera van de Engelse componist Henry Purcell (1659-1695), Dido and Aeneas (1689). Deze barokopera wordt vertolkt door een uitgelezen cast aan zangers met Wilke te Brummelstroete als Dido, Barbara Hannigan als Belinda en Maarten Koningsberger als Aeneas. Het orkest B’Rock en het Octopus kamerkoor staan onder leiding van de Engelse dirigent Richard Egarr. Actrice Sigrid Vinks heeft een bijzondere inbreng in het project. Het Kaaitheater en het KlaraFestival van Vlaanderen tekenen voor de productie.

une opéra de Henry Purcell
mise en scène Jan Decorte
chef d'orchestre Richard Egarr
par Wilke te Brummelstroete (Dido), Maarten Koningsberger (Aeneas), Barbara Hannigan (Belinda), Giles Underwood (enchanteresse), Liesbeth Devos (2me femme),  Jonathan de Ceuster et Patrick van Goethem (sorcières)
danse Sigrid Vinks
ensemble B'Rock & Octopus Kamerkoor
préparation Octopus Kamerkoor Bart van Reyn
scénographie Johan Daenen & Jan Decorte
coproduction Kaaitheater & Festival de Flandre Bruxelles
en collaboration avec Bloet vzw